Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;
Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;
Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 24 en 25;
Overwegende dat de gemeente zelf een register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 25 van het Heffingsdecreet;
Overwegende dat de gemeente op grond van voormelde besluit van 16 november 2018 ook als taak heeft te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform);
Overwegende dat het register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen;
Overwegende dat artikel 25 van het Heffingsdecreet het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;
Overwegende dat de door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Overwegende dat de gemeentelijke administratie de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties in een technisch verslag;
Overwegende dat het voorgaande technisch verslag intergemeentelijk geëvalueerd werd in september 2019 en dat uit deze evaluatie bleek dat het technische verslag te soepel was, in die zin dat een groot aantal panden gebreken vertoonde doch op basis van de systematiek en de puntentelling in het verslag niet formeel konden worden geïnventariseerd, waardoor de beoogde doelstelling van het beleid omtrent verwaarlozing niet maximaal kon behaald worden en een nieuw technisch verslag met een aangepaste puntentelling zich bijgevolg opdringt;
Overwegende dat het aangepaste technisch verslag voor de eenvormigheid ook wordt toegepast voor de schrapping van verwaarloosde panden die voor de inwerkingtreding van dit nieuwe reglement reeds op het register van verwaarloosde woningen en gebouwen stonden;
Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen;
De gemeenteraad keurt het hieraan gehechte gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen goed.