2020_GR_00040 - Presentiegeld raadsleden inzake de gemeenteraadszitting van 31 maart 2020 - Kennisneming

Gelet op het feit dat op 31 maart 2020 een gemeenteraadzitting plaatsvond tijdens de federale fase inzake corona;

Gelet op het feit dat slechts 1 (dringend) agendapunt mocht/kon behandeld worden tijdens betreffende gemeenteraadzitting, die gehouden werd via e-mail;

Gelet op artikel 35 van het huishoudelijk reglement gemeenteraad dat bepaalt dat presentiegeld dient uitgekeerd te worden aan de raadsleden voor hun aanwezigheid op de vergaderingen van de gemeenteraad;

Gelet op het feit dat een gemeenteraadzitting per e-mail in deze uitzonderlijke omstandigheden wordt beschouwd als een volwaardige gemeenteraadzitting, en presentiegeld dus voorzien is;

Gelet op het gemelde verzoek van verschillende gemeenteraadsfracties / raadsleden om af te zien van dit presentiegeld gelet op de bijzondere omstandigheden: raadslid Dieter Mols namens CD&V, raadslid Els Van Hout namens sp.a Balen, raadsleden Bert Deckers en Theo Coudyzer namens Vlaams Belang.

Gelet op het gevoerde overleg met het Agentschap Binnenlands Bestuur, van waaruit benadrukt wordt dat de gemeente niet kan afwijken van haar verplichting tot uitbetaling van het presentiegeld aan de raadsleden, verwijzende naar artikel 17 § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur, en dat raadsleden dus GEEN afstand kunnen doen van hun presentiegeld;

Gelet op het feit dat het Agentschap Binnenlands Bestuur aangeeft dat dit niet belet dat het raadslid, na ontvangst van het presentiegeld, autonoom kan beslissen over de ontvangen gelden en eventueel (terug) kan doorstorten naar een goed doel / het gemeentebestuur /...;

Gelet op het feit dat het Agentschap Binnenlands Bestuur aangeeft dat ingeval van terug doorstorten van het presentiegeld aan het gemeentebestuur het in feite gaat om een schenking ten voordele van het eigen bestuur en dat de raad dergelijke schenking definitief moet aanvaarden conform artikel 41, tweede lid, 12de van het Decreet Lokaal Bestuur;