Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd
Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;
Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;
Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Overwegende dat de relevante Vlaamse woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’; Dat het voor de regelgeving inzake verwaarlozing enkel om een tekstuele coördinatie gaat en niet om een inhoudelijke wijziging; Dat het bestaande reglement van 17 februari 2020 inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst; Dat verder een beperkte technische correctie wordt uitgevoerd in art. 4, §4 van het reglement;
Overwegende dat de gemeente een register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;
Overwegende dat de gemeente op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook als taak heeft te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform);
Overwegende dat het register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen;
Overwegende dat boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt; Dat een gemeentelijke verordening daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen;
Overwegende dat de door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Overwegende dat de gemeentelijke administratie de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van de indicaties in een technisch verslag;
Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen;
Na beraadslaging,
De gemeenteraad keurt het hieraan gehechte gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen goed.