In openbare zitting vergaderd;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;
Gelet op artikel 464/1, 1°, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Gelet op artikel 3.1.0.0.6. van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Op voorstel van het schepencollege;
De Grondwet; in het bijzonder artikel 170, §4
Gelet het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Voor het aanslagjaar 2024 worden ten bate van de gemeente 880,67 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Een afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden gemeld in het Loket voor Lokale Besturen van Agentschap Binnenlands Bestuur.